Bekabeling
Zonnepanelen leveren gelijkstroom (DC) hetgeen omgezet moet worden naar wisselstroom (AC), tenzij de panelen worden toegepast voor gelijkstroomtoepassingen zoals in campers, caravans of schepen. De zonnepanelen worden met een gelijkstroomkabel (solarkabel) aangesloten op de omvormer. De omvormer wordt met een wisselstroomkabel (installatiekabel) aangesloten op de groepenkast.
DC-bekabeling
Vrijwel alle fabrikanten van zonnepanelen gebruiken 4mm² bekabeling, aangezien de stroomsterkte van de zonnepanelen vrij laag is in verhouding tot deze kabeldikte. Doorgaans wordt deze diameter ook aangehouden voor de DC-kabel naar de omvormer. Aangezien 70% van de bekabeling aan de panelen zit – en dus 4mm² is – levert toepassing van 6mm² kabel voor de overbrugging van de afstand tot de omvormer weinig voordeel op. Bij een gemiddelde PV-installatie voor een woning levert 6mm² solarkabel slechts een marginale 0,14% minder kabelverlies op bij vollast.
Een verdubbeling van de systeemspanning – dus twee keer zoveel panelen in een string – halveert het kabelverlies. Bij de stroomsterkte is het omgekeerde het geval. De stroomsterkte is onafhankelijk van het aantal panelen in een string, maar verdubbelt bij parallelschakeling van panelen. Een kabelverlies tot 2% wordt acceptabel geacht. Dikkere kabels zijn vanwege geringer kabelverlies altijd beter, maar ook duurder. Indien de afstand tot de omvormer groot is dan is dikkere kabel wel aan te bevelen.
AC-bekabeling
Voor de AC-bekabeling (wisselstroom) van omvormer naar groepenkast wordt standaard uitgegaan van 2,5 mm2 installatiekabel. Het soort installatiekabel is afhankelijk van het aantal fasen. Voor 1-fase systemen gebruikt men 3-aderige kabel en voor 3-fase is 5-aderige kabel nodig. Voor grotere installaties en langere leidinglengtes gaat men over op dikkere kabel om de kabelverliezen te beperken.
Aarding montageframe
De zonnepanelen zelf zijn dubbel geïsoleerd en daarom is het aarden hiervan niet nodig. De metalen montageframes waarop de zonnepanelen worden bevestigd moeten wel geaard worden. Op de metalen draagconstructie wordt namelijk ook vaak de DC bekabeling bevestigd. Deze bekabeling kan bijvoorbeeld in de loop van de tijd verouderen en sluiting veroorzaken met de metalen constructie. Een andere reden voor aarding van het frame is elektrolytische corrosie. Vaak zijn draagconstructies namelijk van aluminium. Aluminium in combinatie met andere metalen zoals koper en staal kan in een vochtige omgeving elektrolytische corrosie opleveren.
De metalen constructie moet worden geaard door middel van een potentiaalvereffeningsleiding (aardkabel) die met de DC kabel mee naar de omvormer moet worden geleid. In de buurt van de omvormer moet de vereffeningsleiding op een aardrail worden aangesloten. Ook de omvormer moet met een potentiaalvereffeningsleiding op deze aardrail worden aangesloten. Deze aardrail moet vervolgens weer worden aangesloten op de hoofdaardrail van het pand.